Nicky’s avontuur in Nepal: deel 4!

We beginnen wat later op de dag, dan de anderen projecten. De les begint pas om 11.30 uur. Dan geven we 1 uur les, dan een half uur pauze om te lunchen en dan weer 1 uur les. Lijkt kort, maar na twee uur les zijn ze schijnbaar best moe en slaan niets meer op. Kan ik me ook wel voorstellen.

We vertrekken om 10.20 uur bij het huis. Onze coördinator haalt ons op. We zijn ongeveer een half uur onderweg, maar het kan ook sneller, dit ligt aan het verkeer en hoe lang we op de bus moeten wachten. We lopen eerst naar de grote weg bij het dorp Basundhara. Dat is ongeveer 10 minuten lopen. Dan pakken we een lokale bus.

Als de coördinator en andere vrijwilligster voor mij uit lopen en een slager binnen lopen, moet ik even twee keer kijken! Ze moeten allebei hard lachen, want dit hadden ze nog niet verteld! Je moet dus via de slager naar de achterkant lopen, daar loop je weer naar buiten en dan zit erachter een trap naar boven naar de bibliotheek! Hahaha je verwacht het gewoon niet!

Boven kom ik in een bibliotheek/leslokaal binnen. Het ziet er keurig uit! Er is zelfs een white board waar we op kunnen schrijven. Als we onze spullen klaarzetten, komen de eerste vrouwen binnen. Ik word verwelkomd met grote en lieve glimlachen!

Als het half 12 is, beginnen we. Er zijn in totaal 7 vrouwen voor de les, onze coördinator die kan vertalen voor ons & de lerares. Ik begin met mijn introductie en stel mezelf voor. Zodra de foto’s tevoorschijn komen, vliegen ze naar voren om alles goed te kunnen zien. Als ik klaar ben met mijn verhaal, is het tijd om een voorstelrondje te doen in het Engels. Ik vraag ze allemaal: “What is your name?”. Zij moeten mij dan beantwoorden met: “My name is .... Tulsi”, bijvoorbeeld. De andere vrijwilligster is blij, want dit heeft zij ze geleerd en ze doen het goed!

Dat is het tijd on hun huiswerk te checken van vorige week. We krijgen alle schriften onze kant opgeschoven. Samen kijken we ze allemaal na. Dan is het tijd voor de herhaling van vorige week. We oefenen met:

• Where do you live? I live in Kathmandu.
• How old are you? I am fortyfive years old.

Wij stellen de vraag, zij moeten ons antwoord geven. Hier en daar moeten ze hulp hebben van de lerares. Daarom besluiten we om nog een keer dezelfde ronde te doen. Het gaat echt best goed.

Dan herhalen we het alfabet. We beginnen eerst van voor af aan. Wij zeggen voor, zij herhalen. Daarna wijzen wij een letter aan en moet zij het zeggen. Als we daarmee klaar zijn, schrijven we zomaar wat letters op het bord en moeten zij zeggen welke letter het is. Hier hebben ze best veel moeite mee. We oefenen deze dus extra veel en blijven dit herhalen. Ze krijgen het alfabet schrijven in kleine letters elke dag mee als huiswerk om hier mee te blijven oefenen. Je moet je voorstellen dat er kinderboeken Engels leren liggen en dat het niveau ligt op groep 3 leren van Nederlands zoals wij dat kennen. Als ze dan iets zeggen en het is goed, dan krijg je een grote glimlach van ze!

Dan gaan we door met familieleden. Ook deze hebben ze allemaal al een keer gehad, maar herhaling is de kunst! Wij zeggen het woord in Nepali (Ik leer meteen hun taal! Leuk!) en dan moeten zij in het Engels zeggen wat het is. We leren ze grandmother, grandfather, nephew, niece, mother, father, uncle, aunt, brother en sister.

Meteen erna pakken we er wat nieuwe woorden bij: younger & older, small & big. Deze woorden leggen we eerst uit wat het betekent, dan spellen we ze een aantal keer letter voor letter en dan moeten ze het hele woord opzeggen. Daarna is het tijd voor ze om het over te schrijven in het schrift. Dat duurt even. We lopen bij ze langs, helpen ze en controleren of ze het goed doen.

Als we klaar zijn met de lunch gaan we terug naar de bibliotheek. Daar hebben de vrouwen in de tussentijd een les Nepali gehad. Wij nemen de les weer over. We herhalen nog een keer wat we voor de pauze hebben gedaan. Ze hebben ook al een aantal kleuren geleerd, dus die herhalen we. We gooien erna meteen een aantal nieuwe kleuren erbij: purple, pink, light blue. Opnieuw doen we het eerst spellen, letter voor letter, dan het hele woord uitspreken en dan opschrijven. Wij leren het weer in het Nepali.

Als we hier mee klaar zijn, is het al weer bijna voorbij. Het is tijd om het huiswerk te geven. We schrijven alle nieuwe woorden in hun schriften voor, zodat zij ze 10x kunnen naschrijven. Ze krijgen de woorden: younger, older, big, small, pink, purple en light blue. Ook moeten ze weer 5x het alfabet in kleine letters schrijven. Morgen gaan we dit aan het begin van de les controleren.

Iedere dag bestaat uit het controleren van het huiswerk en het herhalen van wat er gisteren is geleerd in de ochtend, en in de middag beginnen we met wat nieuwe stof. Engels is een moeilijke taal voor de Nepalezen. Ze hebben er moeite mee, maar ze helpen elkaar en op deze manier leren ze het op een leuke manier. Ze hebben vooral moeite met de volgende letters, want die lijken op elkaar:

• De b, d, q & p
• De f & t
• De y & g