Ik wilde graag naar Afrika
Afgelopen jaar heb ik examen gedaan, waardoor ik in de zomervakantie natuurlijk extra lang vakantie had. De perfecte tijd dus om een reis te gaan maken. Maar met welke organisatie en hoe en wat? Dat wist ik nog niet. Het enige wat ik wist was dat Afrika mijn bestemming zou worden. Na veel zoeken op internet en op beurzen wist ik uiteindelijk dat ik met de organisatie Travel Active wilde gaan.
Al snel was er bij mij in de buurt een informatiedag over vrijwilligerswerk in Afrika. Die heb ik bezocht en ik heb vanuit daar een afspraak gemaakt met Travel Active. We hebben besproken hoe lang ik wilde gaan, in welke periode en welke projecten ik wilde gaan doen. Uiteindelijk heb ik gekozen om naar Zimbabwe en Zambia te gaan. In Zimbabwe ging ik vrijwilligerswerk doen bij het Chipangali Wildlife Rescue & Research Centre. En in Zambia ging ik lesgeven op de Linda Blind Farm.
De voorbereidingen
Nou, de voorbereidingen konden beginnen. Toen ik eenmaal alles rond had en de vliegtickets geboekt had, moest ik nog veel regelen. Ik moest nog inentingen halen, spullen kopen, formulieren invullen, cv maken, motivatiebrief, van alles. Maar dat had ik natuurlijk over voor zo’n reis. Travel Active helpt je heel goed met deze voorbereidingen. Als ik iets niet wist kon ik ze even bellen en ik wist binnen 5 minuten het antwoord alweer. Langzaamaan had ik alles geregeld. Een backpack, wandelschoenen, deet, klamboe, alle belangrijke dingen die je daar nodig zou hebben.
Ook heb ik ter voorbereiding een training van Muses gedaan in Amsterdam. Hier heb ik veel geleerd over de cultuur van Afrika en over hoe jij je moet opstellen als vrijwilliger. Ook heb ik op deze dag Hannah ontmoet. Heel toevallig had Hannah dezelfde heenvlucht als ik tot Johannesburg en zou ik haar na mijn 2 weken in Zimbabwe weer tegenkomen in Zambia. Ook heel toevallig, wat ik toen niet wist, is dat de familie Germs ook naar Zambia ging om daar les te geven, hier kwam ik na de training bij Muses pas achter. Ik vond het heel fijn dat ik in Afrika dus toch wat mensen had waar ik op terug kon vallen als het even wat minder ging of ik even iets kwijt wilde. De avond voor vertrek had ik nog een soort afscheidsfeestje gehouden. Ik had de genodigden gevraagd om leuke dingen mee te nemen die ik kon geven aan de kinderen in Afrika.
Op weg naar Zimbabwe
Op 9 juli 2016 vertrok ik naar mijn eerste bestemming, Zimbabwe. Ik vloog vanaf Amsterdam naar Londen, van Londen naar Johannesburg en van Johannesburg naar Bulawayo. Dat was een behoorlijk lange vlucht. Toen ik aankwam in Bulawayo stond Nicky, een van de eigenaars van Chipangali, netjes op me te wachten met nog 3 andere Amerikaanse vrijwilligers die ook net waren aangekomen. Ik dacht dat Engels praten niet zo moeilijk was, maar als je omringt bent met mensen die alleen maar Engels praten en jij er nog niet zo goed in bent, dan is het best lastig. Een gesprek beginnen durfde ik dan ook niet zo snel. Uiteindelijk had ik met die 3 nieuwe vrijwilligers wel gelijk een klik, dit kwam ook omdat we natuurlijk de ‘newbies’ waren van de groep vrijwilligers die er al waren. Toen we eenmaal aangekomen waren bij het Chipangali Wildlife Rescue & Research Centre, werden we eerst voorgesteld aan iedereen. Daarna mochten we naar onze kamer en hadden we even tijd voor onszelf.
Een normale werkweek als vrijwilliger in Zimbabwe
De volgende dag hadden we vrij. Je hebt altijd op zondagmiddag en maandag vrij. Op maandag had jij tijd om naar de stad en supermarkt te gaan en even te lunchen. Hier werd je dan heen gebracht met het busje. Na de vrije dag begon mijn eerste werkweek: werken van 8.15 tot 9.40 uur. Van 9.40 tot 10.15 heb je 'teatime', dan ga je weer aan het werk tot 11 en van 11 tot 12 heb je 'animal time', waarbij je de dieren verzorgt. Om 11 uur heb je lunch tot ongeveer een uur of 1. Daarna werk je tot 5 en heb je avondeten om half 7. In een werkweek word je elke dag ingedeeld in een andere groep om te werken: Diana Centre, Nursery, Primates, Carnivore of Antelope.
De verschillende groepen op het project
Diana Centre was een groep waar vooral de ‘normale’ dieren te vinden waren, zoals cavia’s, varkens, geiten en eenden. Dit was eigenlijk een gedeelte van het park waar de scholen die langskwamen veel te vinden waren. Hier gaf je de dieren veel te eten en maakte je veel schoon. De Nursery is met jonge baby diertjes en dieren die niet meer in een verblijf bij anderen kunnen leven. Hierbij verschoon je de hokken en geef je ze water. Ook moest je hier sprinkhanen vangen, dit was altijd een wedstrijdje wie er het beste in was.
De Primates zijn apen en dergelijke. Hierbij help je met eten uitzoeken uit grote hopen gesponsord eten door de supermarkten uit de stad. Carnivore is de groep met de leeuwen, tijgers, panters, de katachtigen zeg maar. Hierbij help je vooral met het schoonmaken van de hokken, oud vlees uit de hokken halen en hokken renoveren en natuurlijk ook eten geven. Dan had je nog een Antelope groep, dit waren een soort hertjes die je moest verzorgen. Hier kon je dingen aanpassen in de verblijven, eten geven, veel vegen en schoonmaken.
Lesgeven over dieren
Op sommige dagen kon je mee met een werknemer van Chipangali om les te geven op scholen en de leerlingen wat te leren over dieren. Ik ben 2 keer meegeweest met lesgeven. Dit was voor mij een soort voorbereiding op wat er komen ging in Zambia, waar ik 3 weken lang les zou gaan geven. Bij deze lessen in Zimbabwe namen we altijd 4 dieren mee. Een slang, 2 schildpadden en een egel. Hierbij moest de medewerker van Chipangali dingen uitleggen over de dieren en mochten de kindjes vervolgens kennis maken met de dieren. De vrijwilligers waren mee om aan het einde de cadeautjes van de winnaars van de quiz uit te delen en om de diertjes aan te geven aan de medewerker.
Ik vond dit heel speciaal om mee te maken, omdat we op een aantal verschillende scholen geweest zijn. De ene school was een klein gebouwtje met zo’n 12 kinderen en de andere school was een grote hal waar ongeveer 40 tot 50 kinderen les hadden. Allebei de klasjes hadden 2 leraren. Nou kan je dus voorstellen dat voor die 12 kinderen 2 teveel is en voor die 50 kinderen 2 veel te weinig is. Ook zag je heel goed de verschillen tussen arm en wat minder arm. Het ene kindje had mooie schoentjes aan en het ander kindjes had geen veters in de schoenen en maar 1 schoen aan.
Wat ik het allerleukste vond aan mijn ervaring
Het allerleukste aan het vrijwilligerswerk in Zimbabwe vond ik dat het team dat er werkt heel hecht was met alle vrijwilligers: ze waren overal bij betrokken. Ze waren erbij als we een lekker kampvuur hadden met alle vrijwilligers, of als we spelletjes deden. Ook was er een soort balkon waar je altijd heel mooi de zonsondergang kon bekijken, dat deden we altijd met alle vrijwilligers.
Zou jij vrijwilligerswerk willen doen in Zimbabwe? Of ga je liever naar een van de andere vrijwilligerswerk bestemmingen? Vraag ook onze vrijwilligerswerk brochure aan en bekijk hier onze gratis online presentaties!